maandag 3 oktober 2011


Montpelier, Vermont, USA, 2 oktober
We zijn “Leaf Peepers”, of te wel blaadjes kijkers! Wat een schitterende kleuren, vooral in de White Montains. De herfstverkleuring, foliage genoemd, trekt heel veel toeristen; de campings zitten flink vol. Jammer dat de zon ons in de steek laat, maar we hebben nog even de tijd. Op 11 oktober hebben we een reservation op een camping in hartje New York, we kunnen dus nog.
Midden in de White Mountains lig Mt. Washington, de hoogste berg. Ongeveer 2000 m hoog. Daar loopt de eerste tandradbaan van de wereld naar toe, de Cog Railway. Op de top van de berg zijn de hoogste windsnelheden ter wereld gemeten, 373 km/h. lijkt me geen plekje om naar toe te boemelen, ook al omdat het er meestal mistig is. Voor de berg ligt het Mt. Washington hotel; daar werd in 1944 wereldgeschiedenis geschreven: besloten werd om de waarde van de nationale munten te koppelen aan de goudvoorraad van het land en werd de voorloper van de WereldBank opgericht. Die koppeling hebben ze later weer losgelaten en we zien nu waar dat toe geleid heeft.
USA een super kapitalistisch land, denk je. Maar dan een met vreemde vormen. Zo staan we nu op het parkeerterrein van een groot winkelcentrum met o.a. een Wal Mart. Het eerste wat opvalt is dat een paar zwerverstypen met veiligheidshesjes aan winkelwagentjes verzamelen. Geen terugzetplekken hier. Bij binnenkomst alleen maar non-food producten! En dat voor de grootste supermarkt keten ter wereld! Waar haal je dan je etenswaren vandaan? Van kleine plaatselijke winkels die de producten weer betrekken van de producenten in de streek. Zo is dat hier afgesproken. Een voorbeeld daarvan is de ijsproducent Ben&Jerry. Gaan we straks bezoeken.
Even een stukje geschiedenis van Vermont: een van de kleinste staten van de USA, hoofdstad Montpelier, is met 9000 inwoners de kleinste van alle hoofdsteden. Vermont is in de beginjaren, na 1759 door de eerste boeren bijna geheel kaal gekapt en veranderd in weiland. Toen het rond 1850 slecht ging in de landbouw zijn velen vertrokken en bleven de farms verlaten achter. Het ontboste gebied herstelde zich, dwz inplaats van sparren en dennen groeiden er nu veel berken en ahorn soorten. Die bomen zorgen nu voor de prachtige herfstkleuren en lokken veel toeristen, de Leaf Peepers. Ook de wildstand herstelde zich: beer, Moose, deer en andere soorten keerden terug. Hippy’s hebben een tijd lang gebivakkeerd in de verlaten boerderijen tot ze werden afgelost door mensen die het grote stadgedoe zat waren en de boerderijen stijlvol restaureren en een biologisch landbouw op poten zetten. Er werd afgesproken om van elkaar de producten te kopen, een winkel in het dorp, de General Store, verkocht al het nodige. Dat alles heeft er toe geleid dat Made in Vermont tegenwoordig een kwaliteitsmerk is. Hoe lang ze dit nog kunnen volhouden is de vraag; alles doet wat ouderwets met weinig spirit aan, Ben&Jerry is allang verkocht aan Unilever, B&J ondertussen zwaar miljonair! Toch blijft het bedrijf B&J een maatschappelijk verantwoorde onderneming, dat hebben ze erbij Unilever bij bedongen. En de ski dorpen die zijn ontstaan, herbergen wel de gasten op een prettige manier, niet in slaapkastelen.
St. Johnsbury, klein stadje in het oosten van Vermont, 1 okt
Om de grote stroom Leaf Peepers te ontlopen, Betsy vond dit plaatsje in het boek “1000 plekken die je bezocht moet hebben”, lopen we door het stadje St. Johnsbury. Ziet er prachtig uit: de schitterende herfstkleuren, daar zijn ze weer, de prachtige Victoriaanse huizen, royaal gelegen aan de Mainstreet. Het plaatsje bestaat uit twee belangrijke straten, Mainstreet waar de grootste en mooiste huizen en kerken aan staan en Railroadstreet, de winkelstraat en waar natuurlijk het station, nu Information Center, staat. Daar krijgen we uitleg over de geschiedenis van St.Johnsbury.
De belangrijkste figuur is Thaddeus Fairbanks, die in 1830 een fabriek in weegschalen begon. Fairbanks werd een synoniem voor weegschaal. In die jaren begon Cary de Cary Maple Sugar Co. De maple bomen werden getapt en het sap werd het beroemde maple sugar, nu voor veel dollars overal te koop. In de loop van de tijd is het stadje een belangrijk industrieel en cultureel centrum geworden, maar…. Sinds een aantal jaren zit de klad er goed in. Fairbanks Scales, made in China. De grootste werkgever, weldoener die de stad een prachtig museum schonk, gone! En dat heeft wel z’n weerslag op het stadje; veel huizen staan te koop. Er is gewoon minder geld in het stadje, aldus meneer Voorlichter van het Info Centre. Klein voorbeeldje van sufheid: het voorlichtingsblaadje van de Historical Society is van 1993!
Op de Farmmarket kopen we heerlijke, eigengebakken muffins. Dan op naar Berlin, vlak bij Montpelier, naar de WalMart voor de nacht.
2 oktober
De eerste stop in Ben en Jerry, ijsfabriek. Twee afgestudeerde studenten volgenin 1978 een schriftelijke cursus ijs maken, 5USD. Zij kopen alleen grondstoffen van plaatselijke boeren en beginnen in een voor afbraak op de nominatie staande benzinestation een ijssalon. Een succes story. De rondleiding door de fabriek op z’n Amerikaans, snel, vlot, maar leuk. Voor 2 USD pp, met ijs toe! Het is er nog behoorlijk druk. Wij winnen de hoofdprijs als er gevraagd wordt waar iedereen vandaan komt; zover weg komt niemand! Valt nog veel meer over Ben&Jerry te vertellen: googlen maar!
Volgende stop is Burlington, zo ongeveer de grootste stad van Vermont. Veel studenten, universiteitstad dus. Echt een leuk centrum, zelfs een voetgangersgebied! In de stromende regen terug naar de camper, het weer wil maar niet verbeteren! Overnachten op het parkeerterrein van Costco, zijn we morgenvroeg de eersten (om 10 uur)
3 okt. 11
De Costco is al in kerstsfeer. Enorme zaak, een groothandel waar je lid van moet zijn. Veel senioren zijn er lid van, want om 10 uur golft de grijze golf al naar binnen. Wij kopen een 2e gastank voor USD29,-, wel leeg. Nog een spijkerbroek en veel water. Dan op naar Shelburne, 10 miles vererop. Daar is een openluchtmuseum waarvan de gebouwen volgestouwd zijn met Amerikaanse kunst en spullen van vroeger. Het museum is gesticht door Electra Webb, dochter van een suikermagnaat. Ook de Vanderbilt Family speelt een behoorlijke rol in het museum. Zo gaar als een klont, met de knieën onder de armen, maar onder de indruk van alles, zoeken we een camping en waar komen we terecht? Dutsch Mill! Het is echt ongelooflijk wat die Electra allemaal verzameld heeft. Een van de leukste dingen vinden we de miniatuur optocht van het circus Barnum en Bailey, geweldig. Maar ook de oude raderboot die de verbinding met New York heeft onderhouden en over land naar het museumterrein is gesleept, is indrukwekkend.
Nu maar eens zien of Dutsch Mill ook verbinding met de rest van de wereld kan maken, internet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten