donderdag 26 juli 2012


Juli 26, Indian Harbour, Nova Scotia CA
Het laatste bericht vanaf Canadese bodem.
De tassen gepakt, de kussens in het plastic en de kastjes leeg gemaakt. We zijn er klaar voor, maar het is nog wat vroeg, 7.15 uur. Om 20.00 uur gaat de vlieger, dus nog maar even kalm aan voor we naar de haven vertrekken.
Heerlijke weer gehad op de camping van oma Kay, 89 jaar, ze wordt geholpen door Elva de dochter. Genoten van het prachtige weer en de dagelijkse zonsondergang. Een dag slecht weer hadden we, een unicum, maar die hebben we besteed aan het maken van een fotoboek. Dat weer kwam dus goed uit.
Na 318 dagen komt er dus een eind aan onze rondreis door Noord Amerika.  Geen volledig jaar, dat hadden we best volgehouden, want we wilden ook nog even thuis zijn voor we weer op pad gaan. Nu kan de camper ook normaal naar de APK. Daar heb je ander een hoop gedoe mee als je na de APK datum terug komt, omdat we wel eerst van Hamburg naar Nederland moeten rijden voor dat ie gekeurd kan worden.

Dus, tot een volgende keer!

zaterdag 21 juli 2012


Juli 21 Indian Harbour,
Nu we met de dagen aan het aftellen zijn, al begonnen zijn met een fotoboek in elkaar te zetten, hebben we besloten om op deze camping te blijven tot we op de 26ste naar de haven rijden. En dat is geen straf: het is een prachtige plek aan een baai. En we hebben nog steeds prachtig weer!
Wat weer betreft; in die ruim 10 maanden hebben we nog geen 10 dagen slecht weer gehad. Alle dagen buiten kunnen zijn, ook al hebben we sneeuw gehad. Of koude nachten met vorst, toch was er bijna iedere bijna dag zon, fantastisch.
Het met eigen camper reizen is ons prima bevallen. Doordat je zo afwijkt van de normale campers hier, hebben we zoveel leuke kennismakingen gehad, zoveel leuke mensen ontmoet. Zelfs mensen waarmee we nog steeds mailcontact hebben. Bijzondere figuren zoals Thom Hull, wiens voorvader staatsecretaris is geweest en die ons nog steeds allerlei idiote links stuurt. Of onze “Poolse” vissers Anna en Stan uit Vancouver. Om er maar een paar te noemen. Hebben gemerkt dat de Amerikanen veel spontaner zijn dan de Canadezen, maar als je contact hebt zijn ze beide erg vriendelijk. Zelfs politieagenten en grensbeambten waren erg vriendelijk. Kortom, Amerika, Canada en ook de Baja Californa, zijn heerlijke landen om te bereizen.
De bezoeken aan de familie hebben grote indrukken op ons gemaakt. Het was als een warm bad waar we in werden ondergedompeld. De gastvrijheid was geweldig, we voelden ons meteen thuis.
Spannend was het soms wel, als er een rood lampje gaat branden, of je verliest koelwater of olie. Je weet dat je hier geen reserveonderdelen kunt kopen, niet even naar een Fiat garage kunt gaan. Gelukkig heb ik bijna alles zelf op kunnen lossen, maar je weet nooit hoelang die oplossing blijft functioneren. Onze uitlaat is tweemaal doormidden gebroken. De eerste keer is hij gelast door Al, de enigen monteur in een omtrek van 100 km. Toen die voor de tweede keer brak, heb ik zelf de reparatie met behulp van kit en slangklemmen uitgevoerd. Na ruim 10 duizend km zit ie nog steeds vast en maakt weinig lawaai.
Hebben geen tv gezien, geen voetbalkampioenschap of Tour, en hebben het geen moment gemist! Hebben we Rolde of familie gemist? Niet echt. We hebben veel mailcontact of skype gehad en dat was prima zo. Een Amerikaanse telefoonkaart kopen doen we nooit weer: kost een vermogen en werkt ook vaak nog niet. De wifi van de MC Donalds of the Home Depot of Starbucks werkte meestal prima. Daarvoor geen duur internet van AT&T!
Veel plezier hebben we van de Garmin gehad! Geweldig; zonder dat ding waren we waarschijnlijk nog steeds niet in de buurt van Halifax, grapje. Maar met zo’n navi kun je wel de backroads rijden, zonder dat je op het laatst niet meer weet waar je bent. We hebben weinig Interstates gereden, soms kon je niet anders zoals in Texas.
Nog een apparaat waar we veel plezier van hebben, we hebben er beide een, is een e-reader(NOOK). Ik heb 1200 boeken op de computer staan, die dan weer op de Nook gezet kunnen worden. En we hebben er wat af gelezen. Betsy is helemaal fan van de Cock!
En de kosten? Ach je kunt zo’n reis zo duur maken als je zelf wilt. De grootste kosten waren de vervoerskosten. Daar staat een besparing van brandstof tegenover: wij verbruiken nog niet de helft van die Ammy zuipers. Bijna 40.000 km meer geeft de teller aan voor nog geen €4000,-. Campingkosten: voor gemiddeld €6,-  per dag stonden we op prachtige plekken, bij familie of Walmart. Voor dat geld zijn we 318 dagen op pad geweest. En eten moet je thuis ook dus die kosten rekenen we maar niet.
We hoopten  een droom waar te maken; het werd een droomreis. Om nooit te vergeten! Heimwee hebben we niet gehad, maar we weten nu al dat we Fernwee krijgen!
Vandaag maar eens begonnen met opruimen. De gascilinders kunnen we niet mee terug nemen. Dat kan wel als je ze laat uitspoelen, maar dat is duurder dan een nieuwe kopen. Onze Amerikaanse buurman (Maine) was blij met de kleine fles, Elva van de camping krijgt de grote, maar die moeten we nog gebruiken. Een zak met afgedragen kleding krijgt zij ook voor de 2e handswinkel en nog een zak met dvd’s. Gisteren werden we door de Yanks uitgenodigd om een Italiaans worstje te komen eten, daarna kwam Oma Camping met een heerlijke gingercake, zelf gebakken. Gezellig gekletst.


Op onze ochtend wandeling hebben we in het haventje de lobster bewaarplaatsen bekeken en van de prachtige uitzichten genoten. Straks nog even op de fiets naar Peggy’s Cove en op de terugweg gerookte makreel halen, lekker.

donderdag 19 juli 2012


Juli 18, Indian Harbour, NS
Vandaag een belangrijke dag: we gaan de terugreis van de Rubber Tramp regelen. Daarvoor moeten we naar de expediteur in Halifax. We weten waar die zit, want daar moesten we ook zijn toen we de camper wilden ophalen, een eitje dus. Binnen een paar minuten, de betaling van $150,- nam de meeste tijd in beslag, waren we alweer buiten. Gewapend met wel een belangrijk papier. Daarmee kunnen we naar de haven rijden, camper afgeven en met een taxi naar het vliegveld.
Maar eerst vandaag naar de Waterfront waar de Tall Ships aanleggen. Maar helaas, alle parkeerplaatsen zijn in gebruik genomen om er tenten e.d. op te zetten. Na een half uur zoeken naar een parkeerplek, besluiten we het voor gezien te houden; we gaan naar Peggy’s Cove. Dit plaatsje heeft de meest gefotografeerde vuurtoren van Canada. Het is er dan ook behoorlijk druk met toeristen, busladingen vol worden hier gedropt. Onderweg op een parkeerplaats ontmoeten we Olivier met zijn neef Robert. Olivier, afkomstig uit Bremen, woonde 18 jaar in NL en woont nu een jaar in Halifax. Robert uit HH is op bezoek. Leuke leu!
We rijden langs een echt schitterende kust, overal inhammen. Alles doet hier nog onbedorven aan: geen massa hotels, restaurants, giftshops of andere troelala. In 1998 is hier vlak voor de kust een vliegtuig van Swissair met 229 inzittenden neergestort. Vanaf een stijlvol monument kijk je op de plaats waar het gebeurd  is.
Peggy's Cove
Indian Harbour is een nest van enkele huizen, maar er is een camping. Oma neemt de zaken waar en vraagt:’Well son, what can I do for you?’



En dan sta je op een plek!! Uitzicht over de baai, links het haventje, rechts een zonsondergang! Mooier kun je het niet bedenken. En geen muggen! Tot 12 uur ‘s nachts zitten we onder de luifel en meimeren over het afgelopen jaar.

maandag 16 juli 2012


Juli 15, Graves Island PP
Langs de kust van Nova Scotia naar een Provincie Park vlakbij Chester. Het Graves PP ligt op een eilandje, nou ja, er is een brug naar het eiland. Toen we hier gisteren arriveerden was er een party aan de gang, een makreel party. Jammer maar we waren te laat, de makreel was op.
Nova Scotia
Wat een prachtig park; het gehele eiland is camping met staanplaatsen waarop commerciële terreinen wel vijf campers zouden neerzetten. Schitterend uitzicht over de andere eilandjes en de prachtige baai. Bij ieder plek een picknickbank en vuurkorf. Bundel brandhout kost $5,- Enige nadeel, de muggen! ’s Avonds komen ze opzetten. In het weekend is het flink vol, maar nu, zondagavond, plek zat. Wij staan op een overloopplek maar dat is de enige plaats waar we kunnen profiteren van het wifi netwerk van het kantoor. Dus blijven we mooi staan. Hoewel het midden in het vakantieseizoen is, is de camping nog niet half vol door de week.
Nu we ons einddoel zo ongeveer bereikt hebben, Halifax, waar op 26 juli de camper weer naar de haven gaat en wij terug vliegen, even wat cijfertjes. In het totaal hebben we bijna 40.000 km gereden. De grootste afstand is wel van Vancouver (westkust) naar Halifax (oostkust). Met allerlei omwegen was dat een afstand van 11.000 km. Te bedenken: Rolde- Agadir Marokko is 3300 km! Maar we hadden de tijd want we hebben er bijna 2 maanden overgedaan. Hier blijven we tot woensdag, dan naar Halifax naar de expediteur om het vervoer te regelen. De volgende dag komen de Tall Ships naar Halifax, dat pikken we dan mooi even mee.
Gisteren een hele tijd gesproken met vier oudere Canadezen. Opvallend hoe weinig deze mensen van Europa weten en al helemaal niets van Nederland. Maar dat is ons wel vaker opgevallen.
Van onze Amerikaans vriend Thom Hull kregen we de volgende link, speciaal voor senioren: http://www.youtube.com/embed/Xv1tMioGgXI?rel=0



zaterdag 14 juli 2012


Juli 13, Halifax
We zijn, na precies 10 maanden weer terug in de plaats waar we 12 september 2011 zijn begonnen. Was niet helemaal de bedoeling om nu al hier te zijn, maar gezien de toestand van Herman leek het ons verstandig om toch maar in de buurt van de haven en het vliegveld te zijn. Gelukkig kregen we vanmorgen twee goede berichten: met Herman gaat het een stuk beter en Jan H. is, na een zware operatie, genezen verklaard! Hiep, hiep hoera!!
Vanmorgen vroeg vertrokken vanuit Amherst, vroeg rijden, dan een lekker plekje opzoeken en heerlijk relax van het mooie weer genieten; vandaag weer tegen de dertig graden, met een windje. Via de snelweg naar Halifax, wat boodschappen gedaan bij de Costco, o.a. heerlijke steaks, morgen naar een camping aan de kust. Als er plaats is, want het vakantieseizoen is volop bezig.

woensdag 11 juli 2012


Juli 8, St Anna en nog wat even ten noorden van Québec,
Basilliek van St. Anna
Vanmorgen gefietst en dat was leuk! Alsof je door Frankrijk fiets: Franse naamborden, Franse namen op de grafzerken en huizen met Franse charme. Ondertussen hebben we met verschillende Canadezen gesproken, in het Frans, want de meesten spreken geen of heel gebrekkig Engels. Ik moet zeggen ze zijn heel vriendelijk als ze in de gaten hebben dat je ook een mondje Frans spreekt. Gisteren spraken we met een stel dat veel in Europa heeft gereisd. Hadden in Amsterdam een camper gekocht. Hier woonden ze permanent in een niet al te grote camper, ’s winters in Thailand. Zouden we ook nog kunnen doen! Langs de camperplek loopt een drukke weg; vooral veel motoren, caravans en campers komen voorbij. Een eind verderop ligt een heel toeristisch gebied. Maar ’s avonds is het heel rustig, prima zo.
Juli 9, Tadousac aan de St.Lawrence
camping Walmart
Prachtige rit met hellingen van 13%, de Hymer moest flink aan de bak! Maar deed het prima. De weg slingert langs de rivier en die is hier heel breed. De ferry doet er anderhalf uur over om naar de andere kant te komen. Maar eerst gaan we over een fjord, de Saguenay, met een ferry. Geen brug maar 3 veerboten die de verbinding onderhouden. Zo langzamerhand begint het rustiger te worden. Dit is echt Canada: bossen, meren, rivieren en kleine dorpjes. Baie ST.Paul is een echt toeristenplaatsje, veel Frans aandoende huisjes, leuk. De mensen zien er hier anders uit: slanker, de mannen dragen overhemden i.pv. T-shirts, de vrouwen gaan charmanter gekleed. En spreken vaak alleen Frans. Overnachten op een prachtig gelegen camping , camping Bon-Désir,aan de oevers. In de verte zien we de walvissen fonteinen spuiten (waarschijnlijk Humpback whales)en de witte Beluga walvissen zwemmen redelijk dichtbij. ’s Avonds een vuurtje en zo genieten we van de laatste zonnestralen.
Juli 10, wachtend op de ferry naar Trois-Pistoles
zeehonden
We zijn hier al om 8.45uur maar de ferry is vandaag vertrokken om 8 uur en de volgende gaat om 16.00 uur. Geen ramp, we hebben de tijd en vanaf onze parkeerplek, met picknick tafel, hebben we prachtig uitzicht over de rivier, ongeveer 30 km breed! Met een aantal walvissen die hier de zomer doorbrengen. We denken dat het de Minke Whales zijn. Maar eerst moet geklust worden: de waterpomp van de camper staakt de strijd en een bout van een klapstoel is gebroken. De reservepomp, ooit eens gekocht bij camping Vermeille in Zweisimmen, meer dan 10 jaar geleden, doet weer dienst tot we weer een originele hebben. Maar de stoelen zijn zo langzamerhand wel aan vervanging toe, ook meer dan 10 jaar oud. Dus Obelink wordt een van de eerste aanloophavens. De weg, nummer 138, die we over een paar uur gaan verlaten, is the Gateway to Labrador. Als je maar lang genoeg deze weg volgt , kom je daar vanzelf.
Juli 11, Remouski



We rijden een 20 km terug naar een Nationaal Park aan de kust. Prachtige eilandjes, rotsen met luierende zeehonden en de trails fietsen we. Het is alsof het voorjaar is, overal bloeiende veldbloemen. Heerlijk fietsen. Maar na een telefoontje van Marjolein dat onze zwager Herman een hartstilstand heeft gehad en nu in het ziekenhuis ligt, besluiten we de boel op te pakken en vandaag alvast maar een eind richting Halifax te rijden. Overnachten doen we in Campbellton. Maar hopen dat alles goed komt.

vrijdag 6 juli 2012


Juli 6, even ten noorden van Québec
Als je vroeg bent, heb je een lange dag! Zo waren wij al om half 11 in de oude city van Québec. Saaie rit over de autoweg van Mortreal naar Québec, maar de Hymer had er weer zin aan, dus schoten we flink op.
Echt leuke oude stad, gezellig. Veel en goed bezette terrassen. Betsy had het gevoel alsof ze in Praag liep. Vooral bij het hotel Fronteac heb je een prachtig uitzicht over de rivier. Dit hotel was in de oorlog het Brits/Canadese hoofdkwartier.
De Citadel
behoorlijk Frans
De Maasdam doet Québec aan.
hotel Frontenac
Na een uurtje rondgebangerd te hebben, weer op weg naar het noorden. Tegenover de basellique de St Anna de Beaupré zien we camper staan in de pré. (Je merkt wel; alles is hier in het Frans) en daar staan we nu: aan de oevers van de St Lawrence voor nul dollar. Maar goed ook want onze euro’s worden in rap tempo minder waard: vergeleken bij vorig jaar september is de waarde met meer 20 dollarcent gedaald.





Québec is niet alleen een stad maar ook een provincie van Canada. Canada is een tweetalig land, in Vancouver en omgeving zie je overal alles in het Engels en het Frans aangegeven terwijl daar overwegend Engelstaligen wonen. Hier niet dus; alles alleen in het Frans. Québec noemt zich ook Le Capital National! Arrogante Fransen weer hoor!
waar hebben we dit meer gezien?

donderdag 5 juli 2012


Juli 5, Montreal, Canada
De connector van de injector! Het begint een vervelend verhaal te worden; vanmorgen op tijd op weg , maar na een kwartier: het rode lampje, verdomme!! Echt strontvervelend!
En we hadden zo’n gezellige avond met Kim, Bill en Maya en Kily en natuurlijk Jerry gehad. Gezellig met elkaar wat gedronken en gegeten en toen naar Fort Henry in Kingston. Daar wordt iedere week een soort taptoe gehouden. Als soldaten verklede studenten maakten er een geweldige show van met veel geschiet en geknal. Na afloop liet Kim ons de binnenstad, het oude gedeelte van Kingston zien. Mooi hoor. Nadat we het huis en Kim’s familieboek hadden bekeken, verkasten wij weer naar WM waar we de vorige nacht ook prima geslapen hadden.
Voordat we onze tocht langs de 1000 eilanden konden voortzetten, moest er toch wat gebeuren. Want zo komen we niet verder. Na lang zoeken heb ik de connector gevonden die ervoor zorgt dat een cilinder niet goed mee doet. Heb hem een slag gedraaid en nu doet ie z’n werk weer naar behoren. Nog een dikke 1000km voor we in Halifax zijn, dus nog ff volhouen!


Daarna een mooie rit langs de ST.Lawrence River, ook wel de miljonairs row genoemd omdat veel eilandjes bewoond worden door die jongens. We staan nu bij WM in Montreal, midden in de stad zodat we morgenvroeg nog even kunnen rondkijken voor we op weg gaan naar Québec.

woensdag 4 juli 2012


Juli 4, Kingston, Ont Canada
Een dag of wat geleden begon, net voordat we een camping opreden, een rood lampje van de motor te branden: fout in het injectiesysteem. De volgende morgen vertrokken we daar weer en na een paar kilometer begon het lampje te branden. Wat is de oorzaak? Misschien vervuilde injectors, je weet nooit wat voor diesel je tankt. Naar een onderdelenzaak, geen verstand van diesels maar hier is spul om het injectiesysteem te reinigen. Hielp geen donder. De motor begon steeds slechter te lopen, horten en stoten. Na een onrustige nacht besloten om te proberen een stad, Oswego te bereiken en daar een garage op te zoeken. Eerst naar het parkeerterrein aan het meer, ontbijten. Terwijl Bets het ontbijt klaarmaakt, probeer ik wat stekkertjes en als ik tenslotte de connectors van de injectors aandruk, is het probleem opgelost!!! Een pak van ons hart, want hier vind je nergens onderdelen en maar weinig garages hebben verstand van diesels en al helemaal niet van Europese karren. Inmiddels zijn we weer een paar honderd kilometer verder, en dichterbij Halifax, en het rode lampje laat zich niet meer zien. Nu kun je daar over in de rats zitten, maar dat is flauwe kul vergeleken bij de angst die onze Amerikaanse vrienden, Hans en Trudy hebben uitgestaan. Zij moesten een goede week geleden hals over de kop hun huis in Colorado Springs verlaten vanwege brand gevaar. Een dag later horen ze dat hun hele buurt is afgebrand, ook hun huis. Weer een dag later blijkt dat hun huis met nog een paar andere huizen niet in vlammen is opgegaan. Da’s nog eens wat anders dan een brandend rood lampje!
daar passen we net op.

Na van een prachtige zonsondergang over de St. Lawrence genoten te hebben op een State Park, mooi maar weer met groot achterstallig onderhoud, nemen we de volgende dag, 3 juli, de ferry naar Wolfe Island. Voordeel van onze, in Amerikaanse ogen, kleine camper, we passen net dwars op de ferry. Wolfe Island is Canadees, dus douane. Gaat weer soepel. Aan de andere kant van het eiland, weer een ferry. Omdat een ambulanceauto mee moet, wordt het een uur vertraging. Maar al kletsend met een familie, oorspronkelijk Iers, uit Jackson, Mississippi, gaat de tijd snel voorbij. Als we door downtown Kingston tuffen, blijk maar weer eens dat de Amerikanen een heel ander begrip van een wonderful city hebben dan de Europeanen! Zitten we eindelijk op een terrasje, met een heerlijk koud biertje, begint het te druppen. Maar van de ruim 30 graden gaan er maar weinig vanaf. Morgen gaan we op bezoek bij Kim, Bill en hun dochters en daar treffen we Jerry ook weer, wordt vast wel weer gezellig.
Wolfe Island, waar zelfs de Friese vlag wappert.

zondag 1 juli 2012


Juni 26, Woodstock, Ontario Canada
Na Holland gaat het weer in gezwinde vaart naar het oosten. Tegen een uur of twee in de middag zoeken we een park: een openluchtzwembad in de m.o.n. Lekker genieten van het mooie weer en de mooie plek. Als de zon langzamerhand verdwijnt, dumpen we en gaan richting Lapeer, met Walmart. De jeugd is wat onrustig dus zoeken we een andere plek. Ook niet al te stil, maar daar wen je wel aan.
Vandaag dus de grens tussen de VS en Canada voor de derde keer overschreden; drukke grensovergang, maar na een drie kwartier zijn wij aan de beurt. De bordermevrouw raakt hevig geïnteresseerd in ons verhaal. Maakt niet uit of er nog een flink stel wachtenden zijn, zij wil gewoon ons verhaal weten. Daarna gaan we  dus met bier en wijn ( en tecila) de grens over, niets aan de hand. Had dus vanmorgen geen 2 eiers (Ralf) hoeven te verorberen!  Na een uurtje begint de autoweg te vervelen, dus weer op naar een park. Geen spannende omgeving maar supergroen en netjes: Ontario-Canada! We hebben mooi de gelegenheid om wat te klussen: Bets gaat wat poetsen en ik ga de roestige trekhaak vers in de verf zetten. We moeten straks netjes bij de familie in Kingston aan komen, wat dacht je wat! En dan…….. op naar de Walmart.

Maid of the Mist
Juni 28, Lake Shore Beach SP, aan het Lake Ontario in de staat New York
Een hele mondvol voor een geweldig, prachtig, mooi State Park! Echt een park met grote grasvelden en prachtige bomen aan de oevers van het Lake Ontario. Hier blijven we vier dagen, met tot nu toe schitterend weer, heerlijke douches, wat je noemt genieten!
Amish
Voordat we hier aan kwamen hebben we de Niagara Falls bekeken. Bij de Skylon Tower vinden we een prima parkeerplaats en kunnen zo het I-Max theater in voor de film over de Falls. Je mist niet al te veel als je de film niet ziet. Daarna de trappen af en je loopt zo tegen de rivier met de watervallen aan. Vanaf deze kant, de Canadese, heb je een prachtig overzicht over de twee watervallen. Jammer dat de weergoden vonden dat we het vandaag maar eens zonder de zon moesten doen, maar we mogen niet klagen na zoveel dagen zon! Korte wandeling en we schepen ons in op de Maid of the Mist, een bootje dat je helemaal tot vlak onder de watervallen brengt. En dan ben je echt in de mist! Wat een sloot water komt hier naar beneden, enorm. Als we de brug overgaan naar de grens met de VS, kun je nog een laatste mooie blik werpen op dit geweldige natuur spektakel. De grensbeambte kijkt verwonderd naar ons visum, een jaar? Had ie nog nooit gezien, en we kunnen weer ongehinderd de VS in. We rijden onderlangs het Lake Ontario. Het wegdek van de Parkway is er beroerd aan toe, maar als we op de kustweg zitten, wordt het beter. Onderweg plukken we zelf kersen; de fruitboerderij ziet er Frans uit, de prijzen ook, maar de kersen zijn heerlijk.
Lekker hé!


State Park-National Park 

De beide soorten parken worden beheerd als overheids instellingen en dat is, net als bijna overal, behoorlijk inefficiënt. De campings op de National Parks (NP) hebben ober het algemeen overal dezelfde regels en prijzen die afhankelijk zijn van de geliefdheid van de plek. Ben je inwoner van de VS en de zestig jaar gepasseerd, koop je voor een tientje een kaart en je betaalt overal de helft. Soms betaal je ook de helft als je een jaarkaart hebt voor de NP, de American the Beautiful. Die hebben wij gekocht voor $80,-  De SP’s hebben overal verschillende regels en prijzen. Woon je in de staat waarin het park ligt, betaal je de helft (meestal). De SP’s zien er over het algemeen goed uit, goed onderhouden. De NP hebben vaak enorm achterstallig onderhoud; de meesten zijn gebouwd in de crisisjaren 30 als werkgelegenheidsprojecten. De natuur is er prachtig, maar de gebouwen zijn sterk verouderd, de asfaltwegen totaal versleten en veel te veel personeel dat weinig of niets doet. Pak een kwast en schilder de boel eens op, maar ja dan wordt je mooie pakkie vies! Dat laatste geldt ook voor de SP’s. Gisteren zijn  we een uur bezig geweest om administratief van plaats G43 naar G11 te komen en zijn toen maar weg gegaan om uren later terug te komen. Een jonge meid achter een computer kan niet bekijken welke plaats 4 dagen vrij is! Ongelooflijk! En dat is niet alleen op dit park zo. Dan hebben we nog het verschijnsel “Host”; de gastheer- of vrouw, die je zelden ziet, maar je kaartje controleert. Of je betaald hebt weten ze niet, want zo mogen geen enveloppe openmaken. Op dit park komt een oude, een echt oude man, ieder uur rondrijden in een dikke truck om ??. Gelukkig zijn we ook Hosten tegen gekomen die je van informatie materiaal voorzien en tips geven, maar van vele heb ik het idee dat ze op deze manier goedkoop onderdak hebben.
Gisteravond genoten van heerlijke muziek, aan de shore van het Ontario Lake.

zondag 24 juni 2012


Juni 24, Holland aan het Lake Michigan
We zijn weer (bijna) thuis; Borculo, Zeeland, Drenthe, Holland. Het ligt hier allemaal om de hoek. En de Nederlandse namen op het kerkhof van Borculo bewijzen dat veel Nederlanders hier leven en geleefd hebben. Maar niet alleen op het kerkhof is het een dooie boel, ook Borculo zelf kan niet tippen aan het echte Achterhoekse Borculo. Maar als we door downtown Holland rijden, herkennen we weer Hollandse gezelligheid: terrassen vol mensen. En terrassen zie je hier heel weinig, beter gezegd niet. Na bij De Boer, bakkerij (lang geen Pots) op de parkeerplaats “only for Dutch” te hebben geparkeerd en wat brood en gebak gekocht zijn we richting het Holland State Park gereden. Vol! Ja, prachtig weer en vakantieseizoen en bovendien weekend. Na een uurtje bij een mooi sportpark onder een boom te hebben gestaan, parkeren we de Hymer in downtown Holland. Op het terras van een Brewery drinken we een heerlijk glas, een flink glas bier en eten wat. Gezellig!



De laatste paar dagen hebben we op een State Park aan het strand van het Michigan meer doorgebracht. Alle kuststreken die toegankelijk zijn, zijn State Parks waar je voor moet betalen. Een jaarkaart kost voor ons $29 en voor de mensen hier $10. Pure discriminatie! Op de campings is het flink druk en je staat hier dicht opeen, maar dat heeft het voordeel dat je gemakkelijk contact maakt. Onze overburen hebben Nederlandse roots: De Boer en Timmer. Ja, John Timmer lijkt sprekend op onze Jan Timmer, kon een broer zijn. Ook in z’n doen en laten, want voor het eerst zakken we eens flink door aan het kampvuur.

donderdag 21 juni 2012


Juni 20, Sleeping Bear Dunes NP, Michigan
Getting warm? Ok already warm! Dat zei de Ranger vanmorgen toen ik nog een dag camping er bij boekte. En het is heet en vochtig de laatste dagen! De temperatuur loopt op tot in de 35 graden en vochtig; Thaise temperaturen.
Nadat we van de Upper Peninsula via de brug naar de Lower Peninsula zijn getrokken, inkopen en overnacht bij de Walmart in Travers City, zijn we nu, 19 juni, bij het bovenstaande  park aangekomen. Prachtig gelegen aan het Michigan Lake, een van de grootste binnenmeren van de VS. Ons IJsselmeer zou erin verzuipen! We waren nog maar nauwelijks op de plaats of de Ranger kwam al langs om ons te waarschuwen voor heel slecht weer: storm, hevig onweer met vernielende hagelstenen! Wow, da’s schrikken. We hadden het al gehoord via de Weather Radio, maar als de Ranger komt waarschuwen en zegt dat we kunnen schuilen in de “Shelter”, ja dan is het echt schrikken.
De ladder gepakt, op het dak en de isolatiehoes, die we ’s winters gebruiken voor de voorruit, over de dakluiken gelegd en met banden bevestigd. En dan maar afwachten, nee niet in de Shelter, een van stevige boomstammen opgetrokken gebouw, maar in onze Hymer. Het lijkt wel nacht, terwijl het nog voor de middag is! Maar, na wat gerommel, flinke regenbui, is het alweer voorbij! Gelukkig maar! Is het weer een voorbeeld van overdreven voorzichtigheid van de Yanks?
Tegen vier uur pakken we de Koga’s uit de garage en proberen het pas aangelegde fietspad. Ja, ja, een fietspad! En die hebben ze hier in Michigan, hele mooie. Komen voorbij aan een strand waar een oude vissersboot wordt gerenoveerd, aan een heel hoog duin waar je tegen op mag klimmen en dan fietsen we de Pierce Stocking Scenic Drive. Een uitdaging voor fietsers, zelfs batterijtrappers! Maar mooi!
Nadat we de avond lezend bij de gaslamp hebben doorgebracht, zoeken we tegen middernacht de kooi op, nog steeds warm!

Vandaag weer een warme dag, zelfs gezwommen in het koude water van het Michigan Lake. Heerlijk, zoetwater. Daar fris je van op. Voor de rest, maar even rustig aan. De laatste weken hebben we ruim 6.ooo km gereden en driving is working zoals een mevrouw opmerkte. En in de schaduw van de bomen is het goed uit te houden.

maandag 18 juni 2012


Juni 14, Redwood Falls Minesota
Parkeerterrein Wounded Knee Museum, met uitzicht op zwembad!

Hebben vandaag 500 km gereden en rusten nu even in een park. Alles is hier groen, bomen volop in het blad; we zijn weer in de bewoonde wereld! Omdat we niet over de autoweg willen, missen we de “Minuteman” raketopstelling. Dit relikwie uit de Cold War is nu opengesteld voor het publiek. Het is een raket in een bunker, maar je komt er alleen op afspraak binnen, verder niet veel van te zien.
Na de overnachting op het parkeerterrein van het Wounded Knee museum, gaan we op tijd op pad, de Hwy 14 naar Pierre. Op het parkeerterrein van McDonalds zien we hoe de Hollanders worden afgedroogd door de Pruisen. Wel even slikken, maar nu hoeven we ons programma niet meer aan te passen aan het voetbalschema. Wat ik wel belachelijk vind is dat je in het buitenland geen enkel programma van de Nederlandse omroep kunt bekijken, uitzending gemist bv, als er voetbalbeelden in worden getoond. Voordat de wedstrijden begonnen,konden we wel naar Studio Sportzomer kijken, nu niet meer. Heeft met de voetbalrechten te maken, alsof ze al niet genoeg verdienden!
eindeloze prairies
De weg naar Pierre gaat door de golvende prairies, wat een graslanden. Overnachten doen we op een soort camperplek aan de Missouri. De plekken met elektriciteit zijn bezet door Mexicaanse gastarbeiders die caravans wonen die zijn opgedeeld in kleine hokjes.
Na een heerlijke zomeravond aan de rivier en een goede nachtrust, gaan we vroeg op reis, 7.30 uur, omdat het tegen de middag behoorlijk warm, 30 graden wordt.
De vrij eentonige rit, door gras- en akkerbouwland, wordt in Brookings onderbroken. Naar deze omgeving zijn in 1880 voorvaderen van Gerard getrokken. We hebben maar één naam en daar is in de plaats niets van te vinden(internet). Mooi, keurig stadje met oude bomen en mooie huizen. In het plaatsje De Smet wordt flink reclame gemaakt voor Laura Ingalls-Wilder, schrijfster van het later verfilmde boek: Little House on the Prairie. De huizen waar zij gewoond heeft kun je bekijken, maar wij racen er voorbij. Dit is het minst aantrekkelijke gedeelte van onze reis en daar willen we dan ook snel doorheen.
Juni 16, Indian Lake, Michigan
Redwood Falls
Twee dagen flink gekacheld, dwars door Wisconsin, zodat we nu weer aan de oostkant van de VS zijn. Eindeloze rechte wegen door eerst prairies en de laatste 400 km door een bos en weide gebied. Je zou ook kunnen zeggen: eerst door een Duits gebied daarna door een Scandinavisch gebied. Als liefhebbers van begraafplaatsen, alleen om te kijken, bezoeken we een opvallende begraafplaats. Vanaf de weg zien we afwijkende grafstenen; meestal heeft men hier een platte grafsteen op het zelfde niveau als de grasmat, maar hier stonden complete zuilen. Met allemaal Duits opschrift. Je kunt echt zien dat dit gebied al veel langer, sinds 1880, is bevolkt en ontwikkeld. Ziet er veel beter uit dan meer naar het westen. De laatste dagen hebben we een nieuw concept: rijden tot een uur of vier, zoeken dan een mooi park, plantsoen o.i.d. waar we wat wandelen en in de schaduw kunnen zitten. We hebben temperaturen van tot 35 graden! Tegen de avond verkassen we naar het parkeerterrein van de Walmart, doen wat inkopen en brengen daar de nacht door. Het is toch te gek om $30,- te betalen alleen om te slapen! Water tanken we bij de benzinepomp en dumpen doen we onderweg in de wc van een parkeerplaats. En zo komt Jan Splinter…. Maar nu staan we op een heuse camping van het Indian Lake State Park, $64 voor twee nachten. Daarvoor heb je dan wel douches, staan aan de rand van het meer en hebben een prachtig uitzicht. In Gladstone kwamen we aan het Michigan Lake. Aan de waterkant staan de mooiste villa’s, met prachtige bomen ervoor. Op deze camping blijven we twee nachten en dan gaat de rit langs de oostkant van het Michigan Meer richting Detroit.
Juni 17
vlot over de Big Spring
Op de fiets naar het Palms Book State Park. Zo ongeveer ieder mooi bos, mooie kust is hier State Park. Maar goed ook want anders wordt de boel vol gebouwd. Het Palm Book SP is ongeveer 10 mijl, 16 km vanaf de camping. In dit park ligt een prachtige bron. Met een soort vlot kun je jezelf over de bron trekken. In het midden van het vlot zit een grote opening waardoor je zo in de diepte kunt kijken en enorme forellen ziet zwemmen maar ook het water uit de bodem ziet komen. Prachtige kleuren door de mineralen die in het water zitten. De middag wordt al lezend, wandelend en genietend van het mooie weer doorgebracht.
Palm Book SP Big Spring

dinsdag 12 juni 2012


Juni 11, Bad Lands South Dakota,
Als we gebruik maken van de WiFi van Motel 6 in Wall, stromen de felicitaties binnen. Heel leuk en iedereen bedankt!
Na 3 dagen in Belle Fourche op de speelplaats gestaan te hebben, geven we de Hymer weer de sporen; op naar de Black Hills of Dakota;  vooral bekend geworden door de musical Calamity Jane met Doris Day in de hoofdrol. Alsof we door het Zwarte Woud rijden, mooi maar weinig spectaculair. Even een zijweg in om de filmsite van Dances with Wolves, Kevin Costner in de hoofdrol, te bekijken, veel is er niet te zien.
Deadwood
Volgende etappe is Mount Rushmore. Daar zijn de koppen van de Amerikaanse presidenten Washington, Jefferson, Rooseveld en Lincoln uit de bergen gehakt. Veertien jaar lang hebben 400 werkers hun brood er mee verdiend; de best betaalde was de chief carver, die kreeg $1,50 per uur. Maar het was ook in de crisisjaren ’30. We kunnen echt merken dat het vakantieseizoen is begonnen, behoorlijk druk. Dit monument betekent heel veel voor de Amerikanen, het is een nationaal symbool waar ze erg trots op zijn, en terecht.
Mt Rushmore
Vandaag bezochten we het Wounded Knee museum in Wall; dit museum behandelt een van de grootste schandvlekken van de White Man tegenover de Indianen. In 1890 werd bij Wounded Knee een groep Indianen, ruim 250, vrijwel allemaal ongewapende vrouwen en kinderen op beestachtige wijze afgeslacht door een afdeling van het Amerikaanse leger. Indrukwekkend!
Wall Drug Store
Vanaf Wall, gelegen langs de I-90 interstate en vooral bekend geworden om zijn Drugstore, trekken we the Bad Lands in. Even over de Wall Drugstore: een jong stel had het winkeltje in de dertiger jaren gekocht. Het plaatsje telde 250 inwoners, allemaal even arm. De jonge vrouw komt op het idee om een bord langs de weg te plaatsen dat bezoekers van de winkel gratis ijswater kunnen krijgen. En dat was een gouden vondst! En nog steeds krijg je er gratis ijswater en koffie voor 5 cent! Nu komen op zonnige zomerdagen wel 20.000 toeristen per dag! Leuke Western restaurants en winkeltjes.
the Badlands
De Badlands lijken wel wat op de zandsteenformaties in Utah, maar missen de felle kleuren. Het is gelegen in het National Grassland. Dit prairiegebied is een van de weinige overgebleven prairiegebieden van de VS. Staat nu onder toezicht omdat het anders ook zou verdwijnen. Overnachten doen we op een Ranch, gelegen in het reservaat van de Sioux indianen. De camping wordt beheerd door indianen. Het is, zoals we al vaker hebben opgemerkt als een camping of motel van de indianen is, een verlopen zooitje. Niemand op het kantoor, wc gesloten, de vakantiehuisjes in deplorabele staat. Jammer, want het terrein ligt prachtig.

De volgende dag heb ik een gesprek met de beheerster: als ik vertel dat we uit the Netherlands komen, brandt zij los met verwijten aan het adres van de Amerikaanse autoriteiten. Maar je kunt de geschiedenis niet terugdraaien dus doe wat voor een betere toekomst. Zoals bv dit prachtige terrein beter runnen. Gelegen tegen de rand van een prachtig Nationaal Park, dat moet lukken.
Zonsondergang over the Grasslands



donderdag 7 juni 2012


Juni 7 Belle Fourche
Als jullie ons hier zouden zien staan; je zou zeggen: ze zijn eindelijk op de plaats waar ze thuis horen! En wel: op de speelplaats van een school! Een teacher heeft het hele gebouw, 3 verdiepingen, gekocht en er een camperplek van gemaakt. Het is wel een rommeltje, maar het WIFI netwerk werkt. En verder full hook-up en dat voor $12,- dankzij Passport America. Hier blijven we een dag of wat en hopen iets van het voetbal via het internet te kunnen volgen.
Thermopolis
Op 5 juni van Cody via Thermopolis naar de Bighorn Mountains gereden. In Thermopolis hebben we een bad genomen in het staats badhuis. Het hete water komt zo uit de grond en wordt door een bad gepompt. Ongeveer 40 graden heet, boven water was het ook ongeveer zo warm. Na een lekkere douche en wat geluier onder de dikke boom, ging het dus naar de BH Mountains. De camping lag op ongeveer 2500 m hoogte, dus lekker koel. ’s Avonds met de kijkers naar de Elk( is geen meervoud van), 12 stuks, gekeken en een mooi kampvuur gestookt. De Big Horn Mountains zijn flinke bergen waar op de toppen steeds sneeuw ligt, een prachtig gebied.
De volgende dag, 6 juni, over een pas van 3000 m hoogte! Tijdens de afdaling roept Betsy opgewonden: een Elk! Nou en, daar heb je er gisteren 12 van gezien. Nee, ik bedoel een Moose!!!
eindelijk: de Moose
De Rubbertramper in de ankers, draaien en weer terug. Een Moose, soort eland, zie je bijna nooit, en hier loopt ie zo langs de weg. Zelfs als ik uit de camper kom, blijft het grote beest rustig doorgrazen. In Afrika moet je de Big Five zien, hier de Big Six: de bison, de wolf, de elk, de zwarte beer, de grizzly beer, de Moose! We zagen ze allemaal en vastgelegd!
hier zagen we 12 ELK
Overnachten, met kampvuur en heerlijke temperatuur, doen we op het campinkje van het Devil’s Tower National Monument. De Devil’s Tower is een overblijfsel van een vulkaan, een soort kurk die op de krater zat. De krater is verdwenen maar de kurk  staat nu ongeveer 300m boven het landschap uit te pronken. Het is het eerste National Monument van de VS.



Devil's Tower

Vanmorgen hebben  we een trail gelopen door het Prairie Dog Town, naar de voet van de DT en terug langs het riviertje. We dachten dat een Prairie Dog een soort hond was, maar het is een marmot. Een beetje kleiner broertje/zusje van de Alpine Marmot. Hier leven tientallen in de weide aan de rivier.
Prairie Dog